De flamenco is een zeer expressieve dansvorm die vooral zijn roots heeft in Spanje maar ook in tal van andere landen zoals India en enkele Arabische culturen. Een andere naam waaronder deze dans bekend staat is Baile, wat al een Spaanse invloed doet opmerken aangezien men het vrij kan vertalen naar dans. Het is een zeer intrigerende dans die gekenmerkt wordt door het handengeklap en het gebruik van de voeten als percussie-instrument, alsook de snelle en stevige hand- en armbewegingen. De dansers oefenen dan ook het meest op het voetengestamp dat perfect moet overeenkomen met het lied waarop men danst. Er is dan ook geen strikte, vastgelegde vorm die aangehouden moet worden om een flamencodans te kunnen uitvoeren. Toch zijn er enkele vaste patronen die men moet volgen om een perfecte dans te kunnen neerzetten.

Door velen wordt gezegd dat de flamenco een van de moeilijkste dansen is die men kan aanleren. Geduld is dus een mooie deugd en eigenschap voor iemand die deze dans wil aangeleerd krijgen. Doordat men enkel via non-verbaal contact moet communiceren met de danspartner, is het essentieel dat men de dans correct en zonder haperen uitvoert. Een flamenco begint meestal in een stilstaande fase waarbij de dansers zonder enige uitdrukking op het gelaat voor zich uit staren. Eens de muziek op gang komt, kunnen ze beginnen klappen aan een stevig tempo en luid beginnen stampen met de voeten op het ritme van de muziek. Het gestamp wordt vaak luider gemaakt doordat men aan de schoenen kleine percussie-instrumenten bevestigd heeft. Gepaard met enkele castagnetten of waaiers vormen ze een luid maar visueel geheel dat soms een heel publiek kan overstelpen met emoties en verbazing.

Het belangrijkste bij een flamenco is de zelfbeheersing en het gevoel voor ritme. De expressie van Uw gevoelens naar het publiek toe is een belangrijke vaardigheid die men U zal aanleren tijdens de flamenco-opleiding. Met wat geduld en een ervaren leraar komt U al heel ver in de wereld van het flamencodansen.