Een van de meest bekende en natuurlijk ook een van de klassieke dansen is het ballet. Deze gracieuze en overweldigende vorm van dansen is een manier van een verhaal te vertellen door het gebruik van gracieuze en vloeiende bewegingen. Deze dansbewegingen zijn vastgelegd en moeten strikt uitgevoerd worden wil men een goede balletdanser(es) zijn. Doordat het ballet een klassieke dansvorm is, is ze onderworpen aan tal van regels die men strikt moet volgen en aanhouden om te mogen dansen. Doet men dit niet dan is men eerder geneigd om over te stappen naar het modern dansen, wat een losgebroken vorm is van het klassiek ballet met tal van persoonlijke invloeden.

Indien men een balletdanser(es) wil worden moet men de voorliefde hebben voor het gracieuze bewegen, de schoonheid en de discipline van het ballet. Die laatste is een van de belangrijkste vaardigheden wil men het maken in de professionele balletwereld. Niettemin is het een enorm leuke manier van dansen die vooral door jonge kinderen geliefd wordt. Niet enkel meisjes behoren tot die groep maar ook tal van jongens voelen zich thuis in de wereld van het ballet en hoeven zich daar helemaal niet voor te schamen.

De danspassen die men gebruikt in het ballet werden eeuwen geleden al vastgelegd door de grondleggers van het ballet. De vele basisposities en bewegingen zijn dan ook door de jaren heen herbekeken en verbeterd om het gracieuze ten goede te komen. In het algemeen zijn er vijf basisposities in het ballet zijnde de volgende. Allereerst is er de plaatsing van de voeten in een rechte lijn naast elkaar, waarbij de tippen van de voet naar buiten toe wijzen. Vervolgens brengt men ruimte tussen de beide voeten in, vergelijkbaar met de eerste positie, zij het dan met daartussen een ruimte. Bij de derde positie plaatst men een van beide voeten zo dat de voorkant van de voet de achterkant van de andere raakt. Die laatste vergt al een beetje lenigheid. De volgende positie is identiek aan de derde, zij het dan weer met een ruimte daartussen, vergelijk met de eerste en de tweede positie die eveneens identiek zijn buiten de ruimte die zich tussen de voeten bevindt. De laatste positie is die waarbij de tippen van de voeten de hiel aanraken van de andere voet. Deze is een van de moeilijkste maar ook een van de mooiste posities die men heeft in het ballet.

Vervolgens zijn er nog tal van bewegingen en oefeningen die de lenigheid van de ledematen bevorderen. Door deze uit te voeren zal men op lange termijn in staat zijn om grote sprongen te maken of zelfs volledige splits (waarbij de benen volledig horizontaal liggen) te volmaken. Het dansen van de tippen is eveneens een beweging waarop men enige tijd zal moeten oefenen wil men deze perfect en zonder enige vorm van pijn kunnen uitoefenen. Verder moeten balletdansers beschikken over het nodige schoeisel, zijnde de klassieke balletschoenen, om makkelijk te kunnen bewegen over de dansvloer. De balletleraar zal in ieder geval altijd uitleg geven bij de inschrijving over welk materiaal het best gebruikt kan worden tijdens zowel de lessen als mogelijke opvoeringen.